Ijzersulfaat Ferromel
Ijzersulfaat Ferromel zal het mos snel doen afsterven. Men kan hiervan 2 tot 4 kg per 100 m² geven, opgelost in water of met zand als vulstof uitstrooien. Het toepassen van ijzersulfaat kan het best bij droog weer en wanneer er regen wordt verwacht en u herhaalt de behandeling indien nodig. Dat het mos afstert, kunt u duidelijk zien doordat het mos geel en later bruin zal kleuren. Nadat het mos is gedood (duurt ongeveer 1 tot 2 weken), dient u het met een verticuteerhark of – machine uit het gazon te verwijderen en af te voeren.
Tip 1:
Opletten opdat men stenen, afsluitingen of geplaveide wegen niet besproeid of bestrooid met ijzersulfaat. Dit geeft roestige, bruine ijzervlekken. Na de behandeling: betreedt dan niet het gras of gebruik een paar schoenen op het gras en als u de bestrating weer opgaat een ander paar. Dit zal u dan de komende 1 a 2 weken moeten doen, daarna kunt u weer normaal het gras betreden.
Tip 2:
Een oude methode is het ijzersulfaat te mengen met zand in een mengsel van: 2 tot 3 kg ijzersulfaat +4 tot 5 kg mager zand per 100 vierkante meter.
Tip 3:
Indien men eerst gaat oplossen: gebruik maken van lauw water.
Voorkomen van mos
Mos komt vooral in het gazon voor als het gras minder goed groeit. Bij regelmatige bemesting en maaien, maar niet te kort, krijgt mos weinig kans. In schaduwplekken kan mos echter wel een probleem gaan geven. Mos wordt door ijzer(II)sulfaat gedood. Maar de werking van dit als 'schadelijk' aangemerkte middel is tijdelijk. Mos zal snel terugkomen. Voor een blijvend resultaat is het noodzakelijk dat de grasplanten goed uitstoelen en samen een sluitende grasmat vormen. Alleen dan wordt mos blijvend verdrongen.
In een grasmat die niet goed groeit, steekt mos de kop op. Slechte groei van gras kan verschillende oorzaken hebben:
- Schaduw. Gazongrassoorten zijn van origine steppeplanten, die het best in de volle zon groeien. Op schaduwrijke plaatsen wordt het gras sprieterig lang, zonder dat de planten in de breedte voldoende uitstoelen om een sluitende grasmat te vormen. Ze laten ruimte voor mos. Mos profiteert extra van de vochtiger grond in de schaduw.
- Het gazon te kort maaien. Ook dit zorgt voor een niet goed sluitende grasmat, waarin mos een kans krijgt.
- Voedselgebrek. Grassen groeien alleen goed wanneer ze voldoende voedingsstoffen kunnen opnemen. Op schrale gronden ontstaat gebrek aan voedingsstoffen, vooral wanneer het gazonmaaisel iedere keer wordt afgevoerd. Het humusgehalte in de bodem gaat daarbij omlaag. De verteerde plantenresten in de vorm van humus blijken erg belangrijk voor het vasthouden van voedingsstoffen in de toplaag van de grasmat. Het strooien van compost/organische meststoffen kan verlies van humus, als gevolg van afvoeren van het maaisel, compenseren. Voordeel daarbij is, dat het toedienen van compost de geleidelijke verzuring van gronden compenseert. Compost verhoogt de pH-waarde iets. Bovendien stimuleert humus het bodemleven, waaronder regenwormen, die de grond luchtiger maken.
- Een verkeerde zuurtegraad in de grond. Zie ook de uitleg bij kalkmeststoffen.
- Zuurstofarme bodem. Stagnerend water, een harde toplaag of gebrek aan regenwormen zorgen voor een zuurstofarme bodem, waarin graswortels de voedingsstoffen slecht kunnen opnemen. Vermijd daarom het gebruik van ijzersulfaat (heptahydraat) (dat o.a. regenwormen schaadt) en belucht verdichte grond door er gaten in te prikken (daar zijn speciale tuingereedschappen voor/vb: verticuteren) en door regenwormen te stimuleren.
- Onderhoudsbekalking uitvoeren