Stikstofmeststoffen
Stikstof-meststoffen
Waarom heeft een plant stikstof nodig
Stikstof is uitermate belangrijk voor planten in het algemeen en voor landbouwgewassen in het bijzonder. Stikstof (N) bevordert de groei van de plant en de fotosynthese. Het is een essentieel bouwelement voor eiwitten en DNA. Een stikstofgebrek of -overmaat heeft vaak gevolgen voor de kwaliteit van het gewas.
Aandeel van stikstof in de plant
Het drooggewicht van een plant bestaat voor 1,5% uit stikstof. Dit gemiddelde varieert van 0,5% bij houtachtige planten tot 5,0% bij peulvruchten. Alleen koolstof, zuurstof en waterstof zijn in hogere concentraties aanwezig. Deze nutriënten kan de plant echter vastleggen uit lucht en water. Hierdoor spelen ze – in tegenstelling tot stikstof – een bescheiden rol bij bemesting en bodemmanagement.
Bevorderen van groei en fotosynthese
Tijdens de vegetatieve fase (groeifase) is stikstof het belangrijkste stuurmechanisme. Planten moeten op lengte komen en voldoende biomassa opbouwen tot het moment van omschakeling naar de generatieve fase (bloeifase). Vooral de vorming van de bladeren vraagt veel stikstof. Meer biomassa betekent meer energie door fotosynthese. Dit resulteert in een hogere opbrengstpotentie.
Stikstof stimuleert het proces van celdeling en cel strekking en verlengt de groeiperiode. Bij celdeling groeit de plant doordat er meer cellen bijkomen. Bij cel strekking nemen bestaande cellen meer vocht op, waardoor de plant groter wordt.
Planten hebben ook stikstof nodig voor het aanmaken van bladgroen (chlorofyl). Bladgroen geeft de plant zijn groene kleur en staat aan de basis van fotosynthese. Bij dit proces zetten planten – onder invloed van zonlicht – koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) om in glucose en zuurstof (O2)
Bouwelement voor eiwitten en DNA
Stikstof (N) is een essentieel element in aminozuren en nucleïnezuren. Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten, die allerlei biologische functies in de plant vervullen. Eiwitten behoren tot de fundamentele moleculen voor levende wezens. In de nucleïnezuren is de erfelijke informatie van een plant vastgelegd. De bekendste is het desoxyribonucleïnezuur, beter bekend als het DNA.
Hoe herken ik stikstofgebrek en stikstofovermaat?
Gewassen met een stikstofgebrek zijn doorgaans goed te onderscheiden van goed bemeste planten. De plant blijft achter in ontwikkeling en heeft een korte groeiperiode met een vroege bloei. Stikstof is mobiel in de plant, waardoor het tekort het eerste zichtbaar wordt via geelkleuring van de oudste bladeren. Hierbij zorgt te weinig bladgroen voor vergeling van het blad vanuit de punt naar het midden van het blad.
Stikstofgebrek is te herkennen aan gele bladeren
Een tekort aan stikstof geeft een opbrengstderving. Maar een overmaat werkt ook niet positief. Een hoog stikstofaanbod leidt namelijk tot grote cellen met veel eiwit maar dunne celwanden. Het blad wordt te groot, donkergroen en slap, waardoor het gevoelig is voor ziekten. Bovendien ontstaat er door veel blad een vochtiger microklimaat in het gewas, wat gunstig kan zijn voor de ontwikkeling van schimmels.
Daarnaast blijft de plant veel langer groen en productief bij een stikstofovermaat. Dat is vervelend als je een afgerijpt product wilt oogsten. Een weelderige bladgroei kan bij een ondergronds oogstproduct ten koste gaan van de opbrengst. Bij bijvoorbeeld bladgroenten kan een grote stengel- of bladmassa wel een doel zijn.
De juiste hoeveelheid stikstof is dus essentieel voor een optimale groei van het gewas. Het is echter goed om te weten dat planten stikstof alleen opnemen in de vorm van nitraat (NO3-) of ammonium (NH4+). Een kunstmest zoals Kalkammonsalpeter/KAS bevat deze twee vormen stikstof (50/50).
Bronnen:
- Mahler, R. (2004). Nutrients Plants Require for Growth. University of Idaho.
- Curtis, N. Plant nutrition and soils. Victoria University.
- The Mosaic Company (2013). Nitrogen in Plants.
- Broekhuizen, J. (2013). Bodem, bemesting en teeltplan.